DE PARALLELLE WERELD

Deze tekst werd uitgesproken door Monique Buitelaar, Jessica’s moeder, bij haar uitvaart op 21 januari 2022.

“De kinderarts moet dadelijk even naar haar kijken, want ik vind dat ze een vreemd gezichtje heeft”, zei de gynaecoloog in opleiding die Addy heette, vlak na de geboorte van Jessica. “Het is toch geen mongooltje”, vroeg ik. “Ik ben bang van wel”, was zijn antwoord.

Dat was niet wat we wilden. Hubris, hoogmoed. Alsof we vanzelfsprekend recht hadden op een gezond kind. Ook de omgeving wist niet goed raad met ons verdriet. Het was Jessica zelf die ons erdoor heen sleepte. Ze was tevreden, begon na enige tijd te lachen en genoot van knuffelen. Toen we vroege foto’s van haar terugkeken werd pas echt duidelijk hoe prachtig, lief ontwapenend, innemend, vrolijk en vitaal ze was.

Naarmate Jessica ouder werd leerden we een Parallelle Wereld kennen, waar het niet ging om presteren, de goede school kiezen, competitie op sportclubs of merkkleding. In de wereld van haar broertjes speelde dat alles wel een rol. Zo stonden we met één been in de “gewone” wereld en met het andere been in de Parallelle Wereld. Jessica zelf had daar geen last van. Ze was tevreden met kleine, simpele dingen. Met muziekjes en een paar vaste wiebelspeeltjes, die afwisselend haar accessoire vormden. Hoe kan iemand die zo belangrijk is, zo weinig ruimte innemen?

Jessica, Jessica, altijd als ik op bruiloften van leeftijdsgenootjes van jou was, zowel binnen als buiten de familie, op highbrow diners of op de kookclub. Overal waar andere ouders met graagte vertelden over alle interessante stages en vooruitzichten van hun kinderen, dacht ik aan jou. Aan de Parallelle Wereld. Hoe jij geen weet had van al die zaken en met een paar speeltjes gelukkig kon zijn. Het had me zo geholpen als iemand een hand op mijn schouder gelegd had en gevraagd had of het mij lukte die twee werelden te combineren.

De Parallelle Wereld breidde zich uit. Jessica ging naar school met een taxibusje. Altijd gedoe maar zij gaf geen krimp. Wel trok ze zich steeds meer in zichzelf terug. In de Parallelle Wereld zagen we soms hoe ouders hun gehandicapte kind zo lang mogelijk thuishielden. Met de beste bedoelingen, omdat zij ervan overtuigd waren dat niemand zo goed voor hun kind kon zorgen als zijzelf.

Wij kozen ervoor Jessica aan te melden bij een logeerhuis. Daarna kwam de optie wonen aan bod. Op haar vijftiende ging Jessica in Houten wonen. De weekends kwam ze naar huis. Toen we naar Nijmegen verhuisden kwam ze om de week het weekend. Jessica was van ons, maar ze woonde (inmiddels) op de Heygraeff, zo dachten wij.

Toen Jessica ziek werd, kwam de Heygraeff steeds meer op de voorgrond te staan. Jessica werd daar met veel liefde en goede zorgen omringd. Jessica was inmiddels van de Heygraeff en logeerde bij ons, vooral om bij haar grote held, haar broer Luc te kunnen zijn. We haalden haar elk weekeinde naar huis en beleefden met elkaar nog een mooie zomer en na zomer.

Als ouders moesten we de zware beslissing nemen of we Jessica met tumor remmende medicatie wilden laten behandelen. Een verantwoordelijkheid die zeer zwaar op ons drukte. Jessica zelf kon hier namelijk niets over zeggen. Werden we gedreven door egoïsme om haar nog langer bij ons te willen houden? Heeft zij daar de prijs voor moeten betalen in haar laatste dagen vol pijn?

De Parallelle Wereld had zich inmiddels uitgebreid tot in het ziekenhuis, waar we eerst dr. Welvaart en later dr. Suijkerbuijk leerden kennen. Dr. Welvaart was direct onder de indruk van Jessica’s kenmerkende charme en kwetsbaarheid. Hij vertelde ons vorige week wat Jessica als patiënt voor hem als arts betekend heeft.

Op het laatst kreeg Jessica steeds meer pijn, die niet goed onder controle te krijgen was. Jan, Luc en ik waren inmiddels bij haar ingetrokken op haar kamer, om haar dag en nacht bij te kunnen staan. We zijn de Heygraeff dankbaar dat ze ons, letterlijk en figuurlijk die ruimte gaven. Wat enigszins hielp was half achter haar, bij haar in bed te gaan liggen, en zachtjes over haar opgezette buik te wrijven, hetgeen ze zowaar toestond. Zo kwamen we dichter bij elkaar dan ooit tevoren. En is ze in de armen van Jan en in nabijheid van Luc en mij, overleden.

Ik heb haar gebaard en Jan heeft haar uitgeleide gedaan.

Nu gaan we opnieuw over naar een andere wereld. We maken inmiddels deel uit van de groep ouders die een kind verloren hebben en waar geen naam voor is. Ik heb gelezen dat het verdriet over het verliezen van een kind zo groot is, dat daar simpelweg geen naam voor te bedenken valt.

Jessica, jij zit in ons en ik ben trots dat ik je moeder ben. Ik zing nog één keer ons versje voor je;

Een koetje en een kalfje, die stonden in de wei,
toen kwam er een heel dik varkentje voorbij,
dat zei, dat zei
geef dat kalfje maar aan mij,
nee zei de koe, Boe Boe Boe,
nee zei de koe, Boe Boe Boe.