“De subsidie heeft écht een boost gegeven: alles komt nu samen!”
Vanuit het Jessica Buitelaar Fonds waren we benieuwd hoe het staat met de voortgang van het subsidieproject 2025, ‘Pijnsignalering bij cliënten met een verstandelijke beperking’. Daarom spraken we met een van de aanvragers, Kim Pere, psychosomatisch werkend fysiotherapeut bij Elver. Haar conclusie in een notendop? “De subsidie heeft écht een boost gegeven: alles komt nu samen”.
Kim diende de projectaanvraag in bij de tweede subsidieronde van het Jessica Buitelaar Fonds, samen in met dr. Nanda de Knegt (coördinator wetenschap bij Prinsenstichting) en Leendert Sneep (fysiotherapeut bij Ipse de Bruggen) namens het landelijk netwerk PijnZorg (On)beperkt (PZO). De aanvraag werd op 28 april 2025 door het fonds gehonoreerd met 10.000 euro subsidie.
Over pijn bij mensen met een verstandelijke beperking
Ook mensen met een verstandelijke beperking hebben recht op een leven met een goede behandeling van pijn. Kim: “Helaas wordt pijn bij hen vaak onderschat en onvoldoende behandeld. Dat is ernstig, omdat juist zij vaak te maken hebben met pijn, zowel door fysieke aandoeningen, als door pijnlijke medische en verzorgende handelingen. Het gevolg is een verminderde kwaliteit van leven, met gevolgen bijvoorbeeld voor slaap, gedrag, stemming en dagelijkse activiteiten”.
Doel van de subsidieaanvraag: een lespakket om kennis en vaardigheden te vergroten over persoonsgerichte pijnsignalering en -behandeling.
Met de subsidieaanvraag wilden Kim, Nanda en Leendert – samen met zorginstellingen - een lespakket ontwikkelen om kennis en vaardigheden over pijn(signalering) te vergroten bij clientbegeleiders in zorginstellingen. De trainingen worden gegeven door twee docenten: een van de ontvangende organisatie en een van de andere deelnemende organisatie. Kim: “En dat rouleert, zodat er altijd een tweede docent bij een andere scholing aanwezig is. Zo zorgen we voor een olievlekwerking, leren we van elkaar en zorgen we voor intercollegiale toetsing. Bijvoorbeeld of we het lespakket op dezelfde manier gebruiken, wat goed gaat en waar we tegenaan lopen”.
In de afgelopen maanden zijn twee scholingen gegeven en vanaf december 2025 staan er nog vijf gepland. “Ik doceerde bij een training voor BBL-ers en zij-instromers maatschappelijke zorg 3 en 4 vanuit Elver als ontvangende organisatie, met een docent vanuit Gemiva. En ik was docent bij een training bij Dichterbij als ontvangende organisatie. Daar waren 38 inschrijvingen, maar er kwamen wel 50 mensen, er moest zelfs nog een microfoon aan te pas komen!”
Wat levert het werken met een pijnsignaleringsplan op?
Bij het opstellen van een pijnsignaleringsplan leren deelnemers te kijken naar de beeldvorming rondom pijn. Kim: “Vaak zijn deelnemers wel in staat om te duiden wanneer een cliënt goed in zijn vel zit en wanneer het echt niet goed gaat. Maar daar tussen heb je allemaal stappen, die we de vroege signalen noemen. In de trainingen laten we de deelnemers die ook bedenken en benoemen. Bijvoorbeeld dat iemand vermoeider is, minder goed gaat eten, of minder contact zoekt met de rest van de groep en zich meer terugtrekt. Als de deelnemers eenmaal zo’n plan hebben gemaakt en ze zien daarna wat van die lichte signalen, dan kunnen ze daarop rapporteren. Bijvoorbeeld: ik heb gezien dat de cliënt wat bleek ziet en zich terugtrekt. Vervolgens kunnen daar ook acties op worden gezet. Bijvoorbeeld: we houden het in de gaten, we zetten even vaste begeleiding op de client, etc.”
Het mooie is dat het signaleringsplan bij Elver in de pilot ook is opgenomen in het Elektronisch Cliënten Dossier (ECD). Kim: “Dat betekent dat er ook op kan worden gerapporteerd en dat alle disciplines dat kunnen lezen. Dus als ik dan iemand krijg voor een onderzoek of voor therapie, dan kan ik in het ECD zien dat er is gerapporteerd op pijn en om welke signalen het gaat. Dat maakt dat het inzichtelijk is, dat je met z’n allen sneller signaleert wat er aan de hand is en dat cliënten niet afzakken naar ernstige pijnklachten.”
De scholing is praktisch en toepassingsgericht
De laatste 45 minuten van de scholing wordt heel praktisch ingevuld, doordat de deelnemers samen een pijnsignaleringsplan invullen aan de hand van een fictieve casus. Kim: “Het idee daarachter is: Je weet hoe je zo’n plan moet invullen en je hebt het al eens gedaan. Dat is de kracht van de scholing, omdat de deelnemers de stap naar het daadwerkelijk toepassen in de praktijk ook sneller zetten. Intern hoor ik ook van medewerkers dat ze juist dat heel prettig vinden, omdat ze de scholing krijgen én weggaan met een product. Ze geven aan dat ze iets geleerd hebben én het meteen kunnen toepassen.”
Kim geeft de training nu ook intern aan de teams bij Elver die zich aanmelden voor een les pijnscholing en pijnsignaleringsplan. Kim: “Dat is anders, want dan brengen zij zelf een casus in rondom een vraag van cliënten die te maken hebben met terugkerende klachten. Bijvoorbeeld bij artrose, of klachten door zelfverwonding, of mensen met een chronisch ziektebeeld. In die trainingen heb je als docent weer een andere rol. Want dan ga je met zo’n team nadenken: Wat laat iemand zien? Hoe kun je het pijnsignaleringsplan invullen? Dat maakt dat de stap naarmate het toepassen in de praktijk nog sneller is.”
Kim Pere en Daan Mirande tijdens het Symposium ‘Signaleren en behandelen van pijn bij mensen met een verstandelijke beperking’
Ook tijdens het Symposium ‘Signaleren en behandelen van pijn bij mensen met een verstandelijke beperking’ op 13 november 2025 was er aandacht voor de training. Kim: “Daar is ook de nieuwe richtlijn ‘Pijn bij mensen met een verstandelijke beperking’ toegelicht. In deze richtlijn wordt het ook aanbevolen om het pijnsignaleringsplan in te zetten bij mensen met regelmatig terugkerende pijnklachten, samen met het methodisch werken en het opnemen van rapportages in het ECD. Tijdens het symposium heb ik samen met Daan Mirande van Dichterbij ook twee keer de workshop gegeven. De richtlijn is net uit en er zijn nu al zo’n 15 instellingen die dit willen implementeren. Vanuit Elver doen wij daar ook aan mee. Het valt zo mooi samen allemaal en we zijn ook daarom heel blij dat we met de subsidie van het Jessica Buitelaar Fonds hieraan een enorme ‘boost’ hebben kunnen geven. Want dit is het moment en we kunnen nu meters maken!”
Ervaringsgericht leren, óók voor de docenten
Ook de docenten leren tijdens de scholingen. Kim: “Zelf leren wij ook naarmate we doen. Want de trainingen aan BBL-ers vragen om een andere aanpak dan de trainingen met groepsleiders die werken met cliënten met een licht verstandelijke beperking (LVB). En dat verschilt ook weer van groepsleiders die werken met cliënten met een ernstige meervoudige beperking (EMB). Dat betekent dat we ook moeten kijken of we een onderscheid moeten maken en wat dat onderscheid dan is. Het BBL is een aanbodgerichte training en dat verschilt met de trainingen met open inschrijving, omdat je dan te maken hebt mensen die al geïnteresseerd zijn in het thema. We moeten het aanbod dus ook aanpassen op het publiek. Dat zijn allemaal zaken die we meenemen in het definitieve lespakket.”
Evaluaties worden gebruikt voor het ontwikkelen van de definitieve scholing
Aan het eind van elke training wordt een evaluatie uitgedeeld aan de deelnemers en vullen de docenten ook een evaluatie in. Dat wordt na een aantal maanden opgevolgd met een extra follow up evaluatie onder de deelnemers. Kim: “Daarin vragen we ze hoe ze de training hebben ervaren, wat ze toepassen en wel en niet inzetten en of ze nog tips hebben. Al die data gaan we bundelen, ook samen met onze tussentijdse ervaringen als docenten. Op basis van al die informatie gaan we dan een definitieve scholing ontwikkelen.”
De drijfveer van Kim: meer bewustwording, zodat er behandeld kan worden
Kim vertelt ook over haar belangrijkste drijfveer bij dit thema. “Die is om mensen bewust te maken van het onderwerp en dit steeds opnieuw onder de aandacht te brengen. Want als we dat niet doen, krijg ik er dan geen vragen over. Hebben mensen dan geen pijn? Dat is onwaarschijnlijk, omdat we weten dat deze cliënten grote risico’s hebben op het ontwikkelen van pijn én dat zij het minder goed kunnen aangeven. Daar zit mijn missie: dat we het wel gaan zien en het kunnen behandelen. Het begint altijd met bewustwording. We leren zorgprofessionals en verwanten anders te kijken, klein te kijken, naar andere signalen, zodat ze daar – ook met andere disciplines, mee aan de slag kunnen gaan.”
Een subsidie van het Jessica Buitelaar Fonds kan het verschil maken!
Kim vertelt dat ze vanuit dit project ook ‘reclame’ maken voor het Jessica Buitelaar Fonds. “We hebben de nieuwe subsidieronde die op 1 december 2025 van start gaat ook onder de aandacht gebracht bij het Pijnsymposium en gaan dat ook doen op het PA!N congres op 15 december a.s. Wij weten nu immers als geen ander hoe een subsidie vanuit het fonds kan helpen!”